Leven na de dood


17.7.2009


Bijna-doodervaringen: een bevestiging van de hemel of een bijzonder eindproduct van onze hersenen? Volgens de meeste wetenschappers hebben ze een biologische oorsprong, maar anderen denken dat elk mens deel uitmaakt van een groter, universeel bewustzijn.



Wetenschap op de grens van leven en dood
Bijna-doodervaringen: een bevestiging van de hemel of een bijzonder eindproduct van onze hersenen? Volgens de meeste wetenschappers hebben ze een biologische oorsprong, maar anderen denken dat elk mens deel uitmaakt van een groter, universeel bewustzijn.
“Ik was zeseneenhalve maand zwanger toen de bevalling begon. In het ziekenhuis kreeg ik medicijnen om de weeën te stoppen, maar die hielpen niet. Het hartje stopte en er ontstond één grote paniektoestand; de baby moest operatief gehaald worden. Voordat de anesthesist een kap op mijn gezicht duwde, kreeg ik te horen dat mijn kind ‘wel dood zou zijn’”, vertelt de zesenvijftigjarige Marga van Lennep-Kernkamp.
“Mijn dochtertje werd geboren, maar ikzelf had tijdens de operatie veel bloed verloren. De bloedtransfusie die daarop volgde, ging verkeerd; mijn lijf accepteerde het niet. Toen zweefde ik uit m’n lichaam en bevond ik me ineens onder het plafond. Ik keek neer op mijn eigen lichaam. Een paar gangen verderop zag ik de arts naar mijn kamer rennen. Hij onderzocht me en zei hardop: ‘Ze mag niet de pijp uitgaan!’ Ik weet nog dat ik dat een vreemde opmerking vond, want ik voelde me prima: heel vredig en wollig. Ik was totaal niet verbaasd dat ik uit mijn lichaam was getreden. Ik zweefde wat rond de lamp en dacht: wat doen ze toch allemaal? Het gaat toch gewoon goed met me?”


De ervaring van Marga van Lennep-Kernkamp staat in de wetenschap bekend als een bijna-doodervaring (BDE). Mensen die de dood nabij zijn of in ernstig lichamelijk gevaar verkeren, kunnen een BDE meemaken. Ze treden uit hun lichaam en zien bijvoorbeeld hoe ze zelf gereanimeerd worden. Ze kunnen in een tunnel getrokken worden en terechtkomen in een onaardse, bijna hemelse omgeving, omgeven door een paradijselijk licht. Soms zien ze hun eigen leven als een panoramafilm voorbijtrekken, waarbij ze herinneringen vanaf hun vroegste jeugd herbeleven en ervaren welke gevoelens hun eigen gedachten en acties bij anderen teweeg hebben gebracht. Sommige BDE’ers ontmoeten overleden personen. Vaak is er een grens, bijvoorbeeld een rivier. Wie deze grens passeert, kan nooit meer terug.
Inmiddels zijn alle wetenschappers het erover eens: om de bijna-doodervaring kun je niet heen. Zij bestaat. Maar over de verklaringen achter het fenomeen laaien de discussies hoog op.



Tijdens een bijna-doodervaring zien mensen soms de mooiste landschappen aan zich voorbijtrekken. Hebben ze de hemel gezien, of kwam dit beeld uit hun eigen brein?
Warm licht
“Ik was daar dus onder het plafond aan het zweven en plotseling begon ik enorm te draaien. Ik werd naar boven in een tunnel weggezogen”, gaat Marga van Lennep-Kernkamp verder. “Zonder angst flitste ik langs verschillende grijstinten en aan het einde kwam ik in een licht. Het is moeilijk om dit uit te leggen: het licht was ontzettend fel en aanwezig, maar het was niet schel. Ik kon er goed inkijken. Ik zag een adembenemend landschap met prachtige pastelkleuren, in de verte glinsterde een beekje en de stilte was als die op een bergweide in de zomer. Ik werd daar in dat warme licht overspoeld door een gevoel van thuiskomen. Ik heb naar mijn idee uren op die plek rondgezworven, ik wilde alles in me opnemen. Er was daar vrede, gelijkheid, geborgenheid en erkenning, en ik maakte er deel van uit. Het licht straalde liefde en volledige acceptatie uit. In heel mijn leven heb ik nog nooit zoiets moois ervaren.”


“Toen zei een stem tegen me dat ik terug moest. Dat wilde ik niet, maar voor ik het wist zat ik weer in mijn eigen lijf. Ik was ra-de-loos verdrietig. Mijn lichaam was geradbraakt: ik had een grote operatiesnee in mijn buik en ik was erg ziek door die verkeerd ontvangen bloedtransfusie. Ik had het gevoel dat ik niet meer in mijn lichaam paste. Iedereen was blij dat ik nog leefde, maar ik had alleen een knagend gevoel van heimwee. Ik wilde terug naar die mooie plaats waar ik was geweest.”
Klinisch dood
Een handvol wetenschappers heeft zich de laatste decennia gewaagd aan het in kaart brengen van bijna-doodervaringen. Eén hiervan is de Nederlandse cardioloog Pim van Lommel. In vier jaar tijd, van 1988 tot 1992, interviewden hij en zijn team 344 hartpatiënten. Deze waren allemaal gereanimeerd na een hartstilstand. Op het moment van de reanimatie waren ze klinisch dood, wat betekent dat ze geen hartslag en geen ademhaling meer hadden. Van alle patiënten herinnerden zich er 282 niets van de periode van hun bewusteloosheid. Opvallend genoeg vertelden 62 patiënten een gelijksoortig verhaal als Marga van Lennep-Kernkamp.


Van Lommels onderzoek werd in 2001 gepubliceerd in het gerenommeerde medische vaktijdschrift The Lancet. Daarna schreef hij een bestsellerboek over zijn studie, getiteld Eindeloos bewustzijn, een wetenschappelijke visie op de Bijna-Dood Ervaring. Ook hielp hij (in 1988) mee met het oprichten van Merkawah, een stichting voor mensen die een BDE hebben meegemaakt, ter ondersteuning van wetenschappelijke studies naar bijna-doodervaringen.
In zijn boek vindt Van Lommel geen verband tussen het ervaren van een BDE en het geslacht, het ras, de sociale klasse, de religie en de eventuele voorkennis van een BDE van de patiënten. Iedereen kan er dus een krijgen. De enige voorspellende factor is leeftijd: hoe jonger de patiënt, des te groter de kans op een BDE.


Opiaatachtig
De sterk overeenkomende verhalen over het licht, een allesomvattend bewustzijn en prachtige kleuren en muziek blijven verbazing wekken. Valt zoiets wetenschappelijk uit te leggen? En zo ja, hoe? Staat ons dit misschien te wachten als we werkelijk zijn overleden of ervaren mensen een BDE alleen als ze de dood nabij zijn?


Neurobioloog Dick Swaab van het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen meent dat alle kenmerken van een BDE verklaard kunnen worden vanuit het hersenonderzoek. “Tijdens experimenten kun je bij mensen het gevoel van uittreding opwekken door een bepaald hersengebied te stimuleren, de temporaalkwab. Zuurstoftekort heeft hetzelfde effect. Als je dit tijdens een BDE combineert met de verstoorde informatie van de spieren, het evenwichtszintuig en het zicht, lijkt het net alsof je boven je lichaam zweeft. Als je een ander hersendeel prikkelt, de hypothalamus, kun je mensen van alles laten herinneren. Ze kunnen het voor hun gevoel zelfs opnieuw beleven. Zo lijkt het alsof je leven aan je voorbij flitst. Het zien van een tunnel komt door een verminderde doorbloeding van de oogbol en tijdens het moment van stress en zuurstoftekort komen er opiaatachtige stoffen vrij. Die zorgen voor gevoelens van vrede en rust.”


Onthoofding.

Neuropsycholoog Ton Coenen van de Radboud Universiteit in Nijmegen denkt ook dat de hersenen de motor achter een bijna-doodervaring zijn. Als hersencellen lijden aan zuurstoftekort, dan verandert hun elektrische spanning. Hierdoor geven de zintuigen afwijkende informatie door die niet altijd klopt. Coenen: “De hersenactiviteit wordt tijdens reanimatie gemeten met het Electro Encefalogram (EEG). Het EEG is best grof en meet vooral de activiteit van de bovenste hersenschors en hier en daar wat onderliggende delen. Als een EEG-signaal ophoudt, betekent dat dus niet dat er écht niets meer gebeurt. De preciezere microactiviteiten van andere hersendelen worden niet gemeten.”
“In mijn onderzoek naar het zo pijnloos mogelijk doden van kleine dieren, zag ik interessante dingen. Na een snelle onthoofding van ratten verdwijnt vanzelfsprekend hun bewustzijn en de hersenactiviteit, totdat er na een aantal seconden ineens een enorm actiepotentiaal door de hersenen golft. Vrijwel alle neuronen zijn op dat moment actief. Deze piek duurt eventjes, en dan is het voor de rat echt voorbij. Ik denk dat zoiets bij mensen met een BDE ook gebeurt, ze herinneren zich onbedoeld het verruimde bewustzijn van alle actieve neuronen die ‘aan’ staan. Als het zuurstoftekort langer duurt, weten deze mensen er niets meer van. Daarom heeft ook niet iedereen een BDE na een succesvolle reanimatie.”


Brein als radio
Bestsellerauteur en cardioloog Van Lommel denkt er anders over. Volgens hem zijn de hersenen tijdens een vlak EEG-signaal wel met alle activiteiten opgehouden. Ook is hij van mening hij dat het hersenonderzoek alleen maar verklaringen probeert te geven voor de afzonderlijke kenmerken van een BDE, niet voor het geheel.
De afwezigheid van hersenactiviteit zou moeten betekenen dat er geen bewustzijn meer mogelijk is. Toch ervaren BDE’ers een helderder bewustzijn dan ze ooit hebben gehad en schijnen ze alle zintuigen nog gewoon te kunnen gebruiken. Op basis van prospectieve studies naar bijna-doodervaringen, recente uitkomsten van neurofysiologisch onderzoek en concepten uit de kwantumfysica, stelt Van Lommel daarom dat ons bewustzijn zich waarschijnlijk niet ín de hersenen bevindt. Hij meent dat de hersenen slechts een ontvangstapparaat zijn voor een universeel, non-lokaal bewustzijn buiten ons lichaam. Volgens Van Lommel werkt ons brein in dit geval als een complexe radio die op het juiste signaal uit de ether wordt afgestemd. Op het moment dat mensen een bijna-doodervaring hebben, komen ze in contact met dat grotere bewustzijn en kunnen ze er later over vertellen


Geheime codes
In Nederland en omstreken zijn er na aanleiding van het boek van Van Lommel heftige debatten ontstaan over onderwerpen als de dood en het bewustzijn. Dick Swaab vat deze discussie samen als wetenschap versus religie; een bijna-doodervaring kan voor de één het hiernamaals bevestigen en voor de ander niets meer betekenen dan een prachtige, neurologische illusie.


Gelukkig groeit er ook internationale belangstelling voor wetenschappelijk bewijs rondom bijna-doodervaringen. Dit heeft er toe geleid dat de Britse universiteit van Southampton binnenkort gaat beginnen met het AWARE Human Consciousness Project: een grootschalig onderzoek naar het menselijk brein, bewustzijn en de (klinische) dood. Een team van internationale wetenschappers en doktoren gaat in verschillende ziekenhuizen in Engeland, Europa en Noord-Amerika aan de slag om bijna-doodervaringen met vergevorderde technologie te onderzoeken. Zo gaan ze de diepere hersenlagen meten en registreren ze bijvoorbeeld de breinactiviteit bij comapatiënten. Ook worden boven op kasten in de operatiekamers geheime codes geplaatst. Zo kunnen de wetenschappers concluderen of uittredende BDE’ers écht boven hun eigen lichaam zweven en zo dus op onmogelijke plaatsen kunnen rondkijken.
Afwachten
Wat er gebeurt als je werkelijk dood bent, weet niemand. Er is jammer genoeg nooit iemand teruggekeerd om te vertellen hoe het er daar aan toe gaat. Coenen concludeert: “Je steekt die mooie rivier over en dat is het einde. De hersenactiviteit houdt ermee op en dan ben je niet langer”. Mensen die een bijna-doodervaring hebben meegemaakt, denken daar anders over. Die zijn niet bang voor de dood, omdat ze ervan overtuigd zijn dat hen iets prachtigs te wachten staat aan de andere kant. Maar totdat de wetenschap het menselijk bewustzijn ontcijfert, zullen we moeten afwachten tot we het zelf meemaken.

Pim van Lommel wilde zelf niet meewerken aan dit artikel, omdat er wetenschappers aan bod komen met een andere visie dan de zijne op het ontstaan van bijna-doodervaringen.


Geschreven door: Astrid Peters

Gepubliceerd in: Explorer Magazine

De eerste Nederlandse joden komen aan in Birkenau.


Vandaag is het precies 67 jaren geleden dat de eerste Nederlandse joden in concentratiekamp Birkenau aankwamen.
Het verbaasd mij ten zeerste dat ik hierover nog niets gelezen of gezien heb in krant en televisie.
Dit terwijl dit mijns inziens éen van de zwartste dagen uit onze geschiedenis is.
Dit was voor een deel van ons volk het begin van het einde.
40.000 Nederlandse joden zijn daar omgekomen, nee, vermoord, nadat hen allerlei valse toezeggingen waren gedaan.
Laten wij dit nimmer vergeten, laten wij dit herdenken opdat dit nooit meer mag gebeuren!

Sterven transseksuelen vroeger?


16.07.2009 Amsterdam.

Vrouwelijke transseksuelen (geboren als man) hebben een grotere kans te overlijden aan hart- en vaatziektes en beroertes. Dat blijkt uit onderzoek van vier (voormalige) artsen van het VUmc (Amsterdam) en het LUMC (Leiden). Zij volgden ruim dertienhonderd transseksuelen die tussen 1975 en 2004 in het VUmc werden behandeld.

Hormoonhuishouding
De studie toont wereldwijd voor het eerst aan dat het omzetten van de hormoonhuishouding gezondheidsrisico’s met zich mee kan brengen. Het toedienen van vrouwelijke hormonen aan mannen blijkt schadelijker dan het geven van mannelijke hormonen aan vrouwen. De onderzoekers vonden bij vrouw-mantransseksuelen geen verhoogd sterfterisico.
Emeritus-hoogleraar transseksuologie Louis Gooren (VUmc), die het onderzoek begeleidde, is geschrokken van de resultaten. In twee eerdere onderzoeken werden geen negatieve gezondheidseffecten gevonden, omdat de follow-up niet lang genoeg was, zegt hij.
Endocrinoloog Henk Asscheman zoekt de verklaring in het zware vrouwelijk hormoon ethinylestradiol dat veel transseksuelen uit de onderzoeksgroep slikken. Dat hormoon wordt door het VUmc niet meer voorgeschreven.

Genderteam.
Volgens Mick van Trotsenburg, endocrinologisch gynaecoloog en hoofd van het genderteam in het VUmc, zijn sommige transseksuelen buiten het ziekenhuis om met dat hormoon doorgegaan. Zij bestellen het via internet of krijgen het van hun huisarts.
Dagelijks slikken zij het equivalent van drie moderne anticonceptiepillen. Het hoge percentage rokers (50 procent) levert daarbij een extra risicofactor op.
Asscheman wijst op de kleine aantallen: het sterfterisico voor hart- en vaatziektes en beroertes is 70 procent hoger maar dat komt neer op zeven extra sterfgevallen onder duizend transseksuelen.
Toch is er reden tot zorg, zegt Van Trotsenburg. Hij wil transseksuelen benaderen om ze te attenderen op de gezondheidsrisico’s. Tot nu toe zijn in Nederland 2.200 man-vrouwtransseksuelen hormonaal behandeld.

Geschreven door Ellen de Visser
Bron: de Volkskrant