Hoofdpunten nieuw verdrag EU


BRUSSEL
Het nieuwe EU-verdrag waarmee de Ieren vrijdag instemden, moet de Europese Unie soepeler laten functioneren. Een overzicht van de belangrijkste vernieuwingen door dit zogeheten Verdrag van Lissabon.


EUROPESE PRESIDENT: In het verdrag krijgt de Europese Unie een president: een vaste voorzitter van het overleg tussen de regeringsleiders van de EU-landen. Hij moet hun samenhang bevorderen. De president vertegenwoordigt ook de EU bij het buitenlands en veiligheidsbeleid. De regeringsleiders benoemen hun voorzitter voor 2,5 jaar. De president is eenmaal herkiesbaar voor 2,5 jaar.

VETO: Landen leveren hun vetorechten in op een aantal terreinen. Beslissen bij gewone of gekwalificeerde meerderheid wordt gebruikelijker. Voor de EU-begroting, delen van justitie, buitenlands beleid en belastingzaken blijft een vetorecht bestaan.

PARLEMENTEN: Het Europees Parlement en de nationale parlementen krijgen meer invloed. Het Europarlement gaat voortaan meebeslissen over justitie en landbouw. De nationale parlementen krijgen een 'oranjekaartprocedure': Een meerderheid van de parlementen kan Brussel dwingen wetgeving te heroverwegen.

EUROPESE COMMISSIE: De EU-landen zien voorlopig af van het plan dat slechts twee derde van de EU-landen bij toerbeurt een EU-commissaris mag sturen. De aanpassing was nodig om Ierland over te halen een referendum te houden.

EU-VOORZITTERSCHAP: Een land leidt niet langer zes maanden alle vergaderingen van ministers en regeringsleiders, zoals Nederland eind 2004 nog deed. Groepjes van telkens drie lidstaten regelen de voorzitterschappen op termijn onderling.

BURGERS: Burgers of actiegroepen die een miljoen handtekeningen verzamelen, kunnen de Europese Commissie vragen wetsvoorstellen te doen.

SYMBOLEN: De Europese Unie houdt zijn eigen vlag (blauw met een cirkel van twaalf sterren) en eigen volkslied (Ode aan de Vreugde van Beethoven). Maar die symbolen staan op aandringen van Nederland niet meer apart vermeld in het EU-verdrag. Ook verdween de naam 'grondwet'.

DEFENSIE: De EU-landen verbinden zich ertoe hun militaire vermogens geleidelijk te verbeteren. Als een lidstaat op zijn grondgebied militair wordt aangevallen, moeten de andere EU-landen met alle mogelijke middelen hulp en bijstand verlenen.

AMBASSADES: De nationale ambassades buiten Europa moeten veel meer samenwerken. Er komt een eigen diplomatieke dienst van de EU.

VERTREK: Voor het eerst regelt het EU-verdrag hoe een land zich uit de EU kan terugtrekken. Het verdrag bepaalt dat zo'n land met de EU moet onderhandelen over de voorwaarden. Het Europarlement en de EU-landen beslissen dan bij meerderheid over de vertrekregeling.

0 Reacties >>REAGEER<<:

Een reactie posten