WNF-LifeGuards tellen 30 bruinvissen in de Oosterschelde


De bruinvis is kleinste tandwalvis van de Noordzee en gelijk de meest voorkomende. In de Nederlandse kustwateren worden ze het meest gezien in de winter, langs de Noord-Hollandse kust en ten noorden en noordwesten van de waddeneilanden. Ze leven in kleine groepjes van 2 tot 10 dieren, maar soms worden ze ook in complete scholen van wel 50 dieren gesignaleerd.



In de Oosterschelde leven minimaal dertig bruinvissen. Dat blijkt na een telling op zaterdag 18 september. Toen deden twaalf WNF-LifeGuards samen met vrijwilligers van Stichting Rugvin onderzoek naar de aantallen bruinvissen in de Oosterschelde. Het onderzoek was voor de tweede missie van het jongerenprogramma WNF-LifeGuard: Missie Bruinvis.

De Oosterschelde stond vroeger in open verbinding met de Noordzee. Zeehonden, walvisachtigen, vissen en andere dieren zwommen net zo makkelijk de Oosterschelde in als uit. In 1986 werd de bouw van de Oosterscheldekering afgerond. Sinds een aantal jaar worden er regelmatig bruinvissen waargenomen, maar niemand wist tot afgelopen zaterdag hoeveel dieren er rondzwommen. Om meer te weten te komen organiseerde het WNF samen met Stichting Rugvin een telling.




Acht boten met daarop WNF-LifeGuards en vrijwilligers van Stichting Rugvin voeren vanaf drie havens parallel naar het oosten. Vanaf elke boot werd er gezocht naar bruinvissen. De omstandigheden waren ideaal: er stond weinig wind, dus geen golven die de dieren aan het oog zouden onttrekken en het was droog. Tijdens de telling werden er behalve volwassen bruinvissen ook regelmatig moeders met kalf gezien. Er werden zeker vijf jonge dieren geteld.

                          

Bron: WNF



                                                                

0 Reacties >>REAGEER<<:

Een reactie posten