Taxichauffeur stopt baan na dood fietser

ALMELO 

De taxichauffeur die 10 oktober 2008 in Enschede een fietser doodreed, oefent zijn beroep niet meer uit.

Hij heeft ook zijn hbo-studie, die hij kon betalen met de bijbaan van taxichauffeur, gestaakt. "Met de dood van El Mostafa Moumni is ook een deuk in uw leven gekomen", constateerde rechter F. Berg.

Gisteren diende de rechtzaak tegen de 24-jarige H. uit Oldenzaal, die was aangeklaagd voor zeer onvoorzichtig rijden met de dood van een fietser als gevolg. Het ongeluk gebeurde in de nacht op de Hengelosestraat. De taxichauffeur reed veel te hard. Aan de andere kant was de verlichting van de fietser niet in orde.

Officier van justitie A. Damen eiste een werkstraf van 120 uur en een rijontzegging van acht maanden, waarvan 123 dagen voorwaardelijk. De man is zijn rijbewijs al vier maanden kwijt geweest en hoeft het niet opnieuw in te leveren.

Een belangrijk bewijs voor de te hoge snelheid levert volgens de officier vervorming van de auto. Op basis daarvan schatten deskundigen in dat de snelheid van de Mercedes tachtig kilometer of meer moet zijn geweest. De verdachte sluit niet uit dat dit klopt. Hij zei het zich niet te herinneren. Gezien de hoge snelheid kan de chauffeur volgens hem geen beroep doen op het slecht zichtbaar zijn van de fiets zonder verlichting. Daar komt bij dat de reflectoren wel goed zichtbaar waren.

De verdachte vertelde dat hij naar zijn idee 'normaal' reed, namelijk met honderd kilometer per uur over het viaduct in de Hengelosestraat ter hoogte van de Universiteit. Daarna remde hij af omdat hij wist dat er een flitspaal aan het begin van de stad staat. Hij zag de fietser pas toen die op de voorruit klapte. Het was tussen 2.00 en 3.00 uur en er was verder geen verkeer in de buurt. De verdachte zei dat hij soms denkt: was ik maar die fietser. "Het doet gewoon pijn", zei hij. H. was ruim een half jaar deeltijd-taxichauffeur.

Zijn advocaat B. van Beek haalde het bewijsmateriaal onderuit waarop het Openbaar Ministerie de snelheid baseert. De conclusie is volgens hem te veel op ervaringen van onderzoekers gestoeld en de vergelijking met vervorming aan andere bij botsing met fietsers betrokken auto's gaat niet op. De omstandigheden van die botsingen waren volgens hem niet vergelijkbaar.

Van Beek betoogde dat de slechte zichtbaarheid van de donker geklede fietser op een rijwiel zonder verlichting wel degelijk een ontlastende rol moet spelen.

Vonnis 20 oktober.